Beste mensen,
Vorige week beloofde ik jullie dat ik (na een lang uitgerekte reflectie over visie en principes) het zou gaan hebben over maatregelen. Het echte werk! Maar bij nader inzien mis ik toch een belangrijk opstapje. Er zijn namelijk veel goede ideeën over hoe het anders kan. De grotere uitdaging is misschien wel ervoor te zorgen dat die ideeën op een plek komen waar ze invloed uit kunnen oefenen, het moment naar voren te halen waarop de tijd van die ideeën gekomen is, zeg maar.
Dat was – om nogmaals naar het begin terug te gaan – waarom Frank en ik de eerste aanzetten voor onze sprong in het politieke gewoel ook hadden gemaakt. Omdat alleen populistisch rechtse partijen leken een wervend verhaal wisten te kunnen vertellen. Dat wil zeggen: de toon te kunnen zetten en er electoraal geen windeieren mee te leggen. Maar die partijen hebben verder helemaal niets te bieden. We wilden een wervend verhaal dat wél iets te bieden had – een betere toekomst. We wilden weer vooruitgang.
Welkom bij politiek voor een goed leven! Wil je ook weer vooruitgang? Klik dan op de knop hieronder:
Wil je nog meer stickers zoals die van Freddie? Meld je dan voor Telegram Messenger 😉.
OK, onze vraag was dus: waar zijn de wervende ideeën en vergezichten?
Post-growth economies?
Werven is niet eenvoudig. Neem het artikel dat de economisch antropoloog Jason Hickel onlangs in De Correspondent publiceerde. Dat is een sterk artikel met allerlei ideeën waarop we duurzaam, gezonder en gelukkiger de toekomst in zouden kunnen gaan. Hij legt beleidsvoorstellen voor die ervoor moeten zorgen dat onze materiële goederenproductie een paar tandjes terug kan worden geschroefd, en dat we vervolgens de arbeidsuren die nog overblijven simpelweg over hetzelfde aantal mensen verdelen: tada, een verkorting van de werkweek! Zo draaien we onze energievraag terug (hoeven we minder broeikasgassen de ether in te spuien) en maken we het ons leven aangenamer. Een economie die niet op groei wordt aangestuurd, maar op welzijn.
Goede ideeën genoeg.
Maar spreekt het tot de verbeelding? Hoe ver moet je het wereldje van klimaatactivisten en linkervleugeldenkers zitten dat dit spannend klinkt? Dit zijn open vragen. Maar ik ben wel een beetje pessimistisch.
Labours luchtkastelen
Om de vragen wat diepte te geven wil ik een stukje citeren uit een rapportage van Sascha Hilhorst uit het Engelse postindustriële stadje Corby, dat een zogeheten bellwether is – “wie Corby wint, wint de landelijke verkiezingen, al sinds 1983.” Hilhorst doet een ronde.
[De] inwoners [blijken] sceptisch over de campagnestrategie van Labour. Jade Williams, een kapster in opleiding, stemde zelf op Labour, maar zag weinig enthousiasme voor de partij. ‘Voor veel mensen is het haast als een muntje opgooien. Ze zijn toch allemaal even erg.’ Dat is verrassend, omdat de partij van Jeremy Corbyn bij uitstek probeerde om een echt, links alternatief te bieden. Het probleem van Labour, zegt Williams, is dat hun partijprogramma werd gezien als een stapel loze beloftes. ‘Ze beloven zoveel. Je moet laten zien dat je het kunt waarmaken.’
[In een ander café:] ‘Ze beloven dit en dat, gratis wifi, gratis alles. Pie in the sky. Maar uiteindelijk moet iemand opdraaien voor de rekening.’ Anderen knikken of nemen nog een slok van hun bier. Hij voegt toe: ‘Denken ze dat we dom zijn?’ De beloftes van Labour, dat waren sigaren uit eigen doos.
Het echte, linkse alternatief dat onder Corbyn was geformuleerd was duidelijk geïnspireerd door de Green New Deal, alleen noemde Labour het de “Green Industrial Revolution”. Het heeft veel ideeën in het gemeen met het plan van Hickel, behalve de nadruk op de groei ontgroeien.
Kun je je voorstellen hoe mensen reageren op het idee van een groeiloze economie? Een krimpeconomie. Je hoort tegenstanders al schamperen.
OK, ik hak nu een beetje oneerlijk op Hickel in, alleen maar omdat hij de enige is van wie in de gauwigheid kan herinneren dat ‘ie over dit soort dingen heeft geschreven. Belangrijker is dat deze anekdotes vragen stellen over de kracht van utopisch denken. Dat die aan kracht heeft ingeboet hoeft natuurlijk niet te verbazen. We leven immers in het tijdperk voorbij de grote verhalen, niet?
Maar wat betekent dat precies? In het geval van het VK hebben Britse arbeiders kennelijk inderdaad het gevoel dat Labour politici denken dat ze dom zijn, volgens opiniepeiler Lord Ashcroft. De professionalisering van een middenklassepartij. Maar het gaat niet alleen om arbeiders. Decennialang te horen krijgen dat de overheid niets waard is heeft zijn sporen getrokken op iedereens verbeelding, volgens Jedediah Britton-Purdy. Zelfs als je wílt geloven.
Is een politiek van het goede leven beter dan?
Die 15 uren zijn polariserend en het goede leven klinkt bourgondisch lekker, maar misschien niet heel serieus. De theses preken waarschijnlijk ook maar voor eigen parochie. Ik weet het dus niet.
Dát we vergezichten nodig hebben lijkt me echter buiten kijf staan.
Vergezichten zijn een oefening in verbeeldingskracht. Ze maken een bepaalde toekomst tastbaar en daarmee werkelijker en daarom misschien ook “realistischer”. Niet een luchtkasteel. Daarom wil ik ook mensen voor de nieuwsbrief uitnodigen om die toekomst van het goede leven uit te beelden. Als denk- en verbeeldingsoefening. Als nieuwe politieke taal.
Ik vermoed overigens dat de anekdote uit Corby niet helemaal representatief is voor de uitdaging waar we in Nederland voor staan. Engeland is niet Nederland. Lubbers was niet Thatcher. Het vertrouwen in de overheid is hier niet zo laag.
Maar goed, zo polderdriftig als Nederland het neoliberale tijdperk is ingestapt, zo weinig radicaal de grote politieke partijen tot nu toe naar buiten zijn getreden. Utopisch denken is hier niet bepaald beter ingeburgerd. Dat is iets waar we ook rekening mee moeten houden. Kunnen we tegenover het wervende vijandsverhaal van de rechtspopulisten een wervend wij-verhaal stellen? Kan hoop wat woede kan?
OK, tot volgende week. Misschien ga ik het wel over maatregelen hebben. Of misschien toch een beetje dromen.
Sterkte in de strijd,
Marten
PS In Wageningen denken ze dat mensen inderdaad behoefte hebben aan een positieve toekomstvisie, aan een heruitvinding van de vooruitgang. Lees hier over hun scenario Nederland 2120.
‘Wat Greta Thunberg doet is natuurlijk fantastisch, maar ze roept ook weerstand op: haar verhaal is wel heel erg alarmistisch. Om mensen in beweging te krijgen, te voorkomen dat ze de klimaatcrisis zelfs afdoen als een hoax, moet je ook een positief verhaal kunnen vertellen.’ Projectleider Tim van Hattum: ‘Wat we op onze kaart visualiseren is: yes, we can!’